“Ik wil autonoom blijven” – Een interview met multitalent Celia Swart
De carrière van componist, kunstenaar en saxofonist Celia Swart is booming. In 2019 werd ‘In My Web’ onderscheiden tijdens het International Rostrum of Composers in Argentinië. Afgelopen zomer won ze met ‘When We Face’ de Keep an Eye productieprijs 2021 van buitenfestival Wonderfeel; in september klinkt haar nieuwe stuk ‘Elevation of Self-validation’ zowel in de Gaudeamus Muziekweek als in Festival Dag in de Branding. Wie is Celia Swart en waar komt haar scheppingsdrang vandaan?
Celia Swart (1994) speelt saxofoon, componeert, tekent en maakt visuals en video’s. In wat voor gezin groeide zij op? “Mijn ouders waren geen van beiden musici, maar wel grote muziekliefhebbers. Altijd stond de radio aan – dat is trouwens nog steeds zo. Mijn vader speelde percussie en had vroeger met zijn broer in een band gezeten. Hij luisterde veel naar pop, soul en jazz, bijvoorbeeld van The Police, Simply Red en New Cool Collective. En hij keek naar MTV, toen die zender enkel nog muziekvideo’s vertoonde. Mijn moeder had een voorkeur voor 80’s-rock, zoals van Madonna, maar hield ook van Golden Earring.”
Swart vindt het desondanks lastig te zeggen wat eerder kwam, haar liefde voor muziek of voor beeldende kunst: “Vanaf mijn zesde kreeg ik blokfluitles. Dat had mijn moeder geregeld via muziekvereniging Ons Genoegen in Vlissingen. Maar ik herinner me ook levendig dat éne dagdeel per week op de basisschool dat je mocht knutselen; tekenen vond ik het allerleukste. Die lessen voelden als een cadeautje, ik ging helemaal op in mijn eigen wereld. Ook op de middelbare school vond ik tekenles het fijnste, maar toen was mijn aandacht al meer verschoven richting muziekmaken.”
Dat kwam door haar blokfluitles, zegt Swart: “Na twee jaar mocht je een instrument kiezen. Ik koos voor saxofoon en een paar jaar later ging ik ook pianospelen, ik denk zo rond mijn dertiende. Rond die leeftijd wist ik al vrij zeker dat ik naar het conservatorium wilde en langzaamaan begon ik ook wat te componeren. Mijn ouders hebben me altijd gesteund, daar ben ik hen zeer dankbaar voor. De laatste jaren van mijn middelbare school ondernam ik steeds meer muziekactiviteiten, zo speelde ik in een bigband en verdiepte me in muziektheorie. Via de muziekschool leerde ik ook andere musici kennen. Dat was belangrijk voor me, want samen met andere spelen is heel motiverend.”
Zes jaar lang werkte ze als een bezetene om toegelaten te worden tot de saxofoonklas van het conservatorium. Kort voor haar auditie sloeg de onzekerheid echter toe: “Ik begon ertegen op te zien hele dagen met mijn saxofoon in een kleine ruimte te zitten en alleen maar te studeren. Bovendien had ik ervaren dat componeren mij veel meer voldoening gaf, omdat ik daarin mijn creativiteit beter kwijt kon, net als bij tekenen.”
Storytelling
“In die periode keek ik veel films op mijn PC. De combinatie van beeld en muziek fascineerde me. Films hebben een herkenbare verhaallijn en dat element van storytelling wilde ik incorporeren in mijn eigen composities. Aanvankelijk meende ik dat dit alleen kon door muziek te maken voor films. Daarom ging ik op zoek naar opleidingen tot filmcomponist, maar gaandeweg realiseerde ik me dat mijn muziek dan altijd een dienende rol zou spelen bij het werk van iemand anders. Ik wil liever autonoom blijven.”
Uiteindelijk besloot Swart compositie te gaan studeren aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Ze kreeg er les van vier zeer verschillende componisten, wier adviezen ze gretig opslurpte. “Alle docenten hebben mij iets meegegeven dat ik tot op heden gebruik. Om een paar dingen te noemen: Martijn Padding leerde me om te gaan met akkoorden en van Guus Janssen leerde ik vrijer te worden in muzieknotatie. Yannis Kyriakides heeft me als mijn research supervisor geholpen in de benadering van multimedia. Maar de grootste impact heeft Peter Adriaansz gehad. Hij leerde mij mijn materiaal te structureren met behulp van nummer- en rekensystemen.”
“Die cijfers kan ik op alles toepassen, zowel de muziek, de visuals als het conceptverhaal. De afgelopen twee jaar heb ik me in het kader van mijn master research beziggehouden met de vraag hoe musici en visuals zich tot elkaar verhouden. Ik wil geen “film”“ maken waarbij een ensemble speelt, noch een theatrale voorstelling waarin de musici zich als acteur moeten gedragen. Bij elk nieuw stuk vraag ik me af, wat is de relatie van de musici tot een scherm? Dit kan allemaal verbonden worden door een verhaal.”
Voor haar eigen jazzband maakte ze (nog) geen visuals. “Componeren voor SWART. is anders, omdat ik het uiteindelijk ook zelf moet gaan spelen en er meer ruimte mag zijn voor improvisaties. De afgelopen tijd ervaar ik wel een steeds grotere afstand tussen mijn werk voor de band en mijn praktijk als compositie/multimediakunstenaar. Ik hoop die werelden in een toekomstig project dichter bij elkaar te brengen. Of dat ook met visuals wordt weet ik nog niet, maar ik wil de jazzstructuren loslaten en meer de kant opgaan van nieuwe muziek.”
Extreme vermoeidheid
Tijdens Wonderfeel 2021 ging When We Face in première, dat ze componeerde voor het Lipstick Percussion Duo. “Het gaat over de extreme vermoeidheid die ik soms overdag ervaar, waardoor ik grote delen van de dag mis. Dan besteed ik al mijn tijd aan mijn werk, wat ten koste gaat van dingen doen met vrienden. Wel zoek ik in dergelijke periodes contact met mensen via mijn telefoon. Dat werd het uitgangspunt voor mijn stuk: kun je nog waarachtig menselijk contact hebben na zo lang geïsoleerd te hebben geleefd?”
Tijdens het compositieproces zat ze in een onderzoekstraject naar haar extreme vermoeidheid. Welke invloed had dit op haar componeren? “Het was moeilijk, en helaas hebben de artsen geen specifieke oorzaak kunnen achterhalen. De periodes van uitgeput zijn veroorzaken veel druk en stress, maar ik leer er wel steeds beter mee om te gaan. Ik probeer het te accepteren in plaats van de “schuld” bij mijzelf te leggen. In When We Face heb ik een alternatieve realiteit gecreëerd, waarin ik online alles vind wat ik aan sociale activiteiten mis in mijn werkelijke leven. Twee mensen zoeken online troost bij elkaar en ontmoeten elkaar uiteindelijk ook offline.”
In een filmpje op YouTube vertelt Swart dat componeren haar gelukkig maakt. Geldt dat ook voor When We Face? “Zeker! Alles leek vlot te verlopen, afgezien van wat deadlinestress tegen het einde. Ik was in die periode gelukkig niet al te moe. Voor dit project mocht ik zelf de instrumentatie en de musici bepalen en Lipstick Percussion Duo stond al lang op mijn verlanglijstje. Dankzij die keuzevrijheid heb ik veel kunnen experimenteren met samples en elektronische instrumenten en al doende een nieuwe geluidswereld kunnen creëren. Tijdens het schrijven heb ik me vaak gelukkig gevoeld.”
Sowieso is Swart blij met de Keep an Eye Productieprijs: “Het was een hele eer! De prijs is bedoeld voor mensen die op interdisciplinair niveau werken en zelf de productie in handen nemen. Het was een mooie stimulans om een productie te maken waarvoor ik mijn eigen team kon vormen en waarvan ik alle medialagen zelf kon creëren. Dat is toch wat ik het allerliefste wat ik doe; ik hoop nog meer van dit soort werken te mogen realiseren.”
Voor de komende Gaudeamus Muziekweek schreef ze Elevation of Self-validation voor Kluster5, dat een week later ook wordt uitgevoerd tijdens Festival Dag in de Branding. Ze werkt graag met dit ensemble. “Het zijn vrij jonge musici, ze werken hard en hun bezetting staat dicht bij die van een jazzgroep. Ik leerde hen kennen tijdens een compositieproject van het KC en heb twee stukken voor hen geschreven. Voor het eerst vond ik hierin mijn eigen stem. Doordat ze goed op elkaar zijn ingespeeld tillen ze mijn muziek naar een hoger plan.”
Elevation of Self-validation
“Elevation of Self-validation is mijn eerste langere stuk, het duurt zo”n dertig minuten. Het is echt multimediaal: muziek, visuals en musici smelten samen tot één kunstwerk. Het is geïnspireerd op mijn eigen verhouding tot sociale media. Een jonge vrouw – de violist Isa Goldschmeding – betreedt de wereld van sociale media en verandert gedurende het stuk in een populaire influencer. In het begin staat ze met haar rug naar het publiek, kijkend/spelend naar drie schermen. Hierop worden visuals geprojecteerd, aanvankelijk zijn dat beelden van haar eigen spiegelbeeld, maar allengs veranderen ze in animaties.”
“De overige vier musici staan in een halve cirkel om haar heen, elk voor een eigen scherm. Zij symboliseren Isa’s volgers. Hoe meer volgers ze krijgt, hoe gelaagder de muziek wordt. Maar hoe populairder ze wordt, hoe minder “echt” haar vioolpartij klinkt: haar geluid wordt met behulp van elektronica vervormd. Daartoe heb ik in de studio samples opgenomen. Tegen het eind keren haar volgers zich van haar af; dan slaan de vier musici een andere harmonische richting in.”
“Wat de visuals betreft: soms correleren ze met de muziek en het (podium)beeld, op andere momenten ontstaat juist een disbalans. Met name op het moment dat ze van haar voetstuk valt. Dan tonen de visuals mooie plaatjes, maar klinkt de muziek dissonant en zit de violist verslagen op de grond. Uiteindelijk draait dit verhaal om de vraag hoe lang je de geïdealiseerde versie van jezelf op sociale media kunt volhouden. Soms bekruipt me het gevoel dat hoe ik mij daar presenteer niet representatief is voor mijn eigen leven. Omdat het zo persoonlijk is was het best een pittig traject, maar ik ben trots op het resultaat.”
Ze haast zich te benadrukken dat Elevation of Self-validation niet bedoeld is als waarschuwing tegen overmatig gebruik van sociale media. “Het stuk is puur vanuit mijn eigen belevingswereld gemaakt. Natuurlijk bieden sociale media soms een vervormde spiegel van de realiteit. Maar ook in het echte leven heb ik behoefte aan bevestiging en kijk ik op tegen mensen die alles goed voor elkaar hebben. In die zin ben ik door dit stuk wel een beetje veranderd. Ik ben minder gepreoccupeerd door sociale media, heb die “goedkeuring/validatie” niet zo hard meer nodig. Dat is bevrijdend.”
Een interview van Thea Derks