Een interview met de harpiste Michela Amici
Op het snijvlak tussen muziek en architectuur
De harpiste Michela Amici verhuisde van Ancona naar Den Haag om nieuwe muziek te studeren aan het Koninklijk Conservatorium. Het gaf haar vleugels. Michela Amici werd artist in residence van Festival Dag in de Branding, begon het ensemble Harp Sirens (6! harpen) en ontpopte zich als muze voor componisten, die graag voor haar schrijven. Zij staat open voor nieuwe samenwerkingen. Met het Grachtenfestival, Gaudeamus en November Music riep zij componisten op voorstellen voor solostukken te sturen. Vijf componisten kregen een opdracht. Die opdrachtwerken speelde zij in de afgelopen editie van Gaudeamus. New Music NOW filmde dit premièreprogramma. Dimitri van der Werf ging met Michela Amici in gesprek.
Van Rossini naar nieuwe muziek
Michela Amici heeft een opvallende cv. Zij is niet alleen actief als harpiste, maar is ook architecte. Tot voor kort werkte zij bij het bureau Braaksma & Roos aan de Haagse Toussaintkade, dat zich specialiseert in het aanpassen en uitbreiden van historische monumenten. Het werken in twee disciplines, op het snijvlak tussen traditie en vernieuwing, blijkt haar te hebben gevormd.
“Ik heb harp gestudeerd in Pesaro, de geboortestad van Rossini. Dat heb ik geweten. Op het conservatorium moest ik veel Rossini spelen en Frans romantisch repertoire. Maar ik studeerde tegelijkertijd architectuur in Bologna. Tijdens de cursus architectuurgeschiedenis verdiepte ik mij in de architecten van het modernisme, zoals Le Corbusier. Ook Iannis Xenakis kwam aan bod, die architect en componist was. Zijn vernieuwingen in de architectuur vond ik fascinerend, ook hoe hij zich voor zijn muziek liet inspireren door zijn werk als architect en omgekeerd. Ik ging luisteren naar zijn composities, en daarna naar meer nieuwe muziek. Natuurlijk was ik ook benieuwd naar nieuw harprepertoire. Een wereld ging voor mij open. Ik begon met het spelen van stukken van Carlos Salzedo, die als harpist en componist een van de eersten was die experimenteerde met extended techniques.”
Een frisse wind in een piepklein dorpje
“Ik wilde nieuwe muziek gaan spelen en daar mijn master aan wijden. Ik koos voor het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, dat voor nieuwe muziek toonaangevend is. En dat terwijl Den Haag vergeleken met Milaan een piepklein dorpje is! Mijn studie was ongelooflijk inspirerend. Er is zoveel aandacht voor nieuwe muziek. Ik vond het fantastisch dat er zoveel jonge componisten actief zijn, en ook zoveel vrouwelijke componisten. Ook de krankzinnig grote verscheidenheid aan stijlen waarin ze werken was voor mij een openbaring. Een immens verschil met het conservatorium in Pesaro, waar slechts een handjevol studenten compositie studeerde.”
Michela Amici kwam onder de hoede van Ernestine Stoop, een kleine veertig jaar lang een van de steunpilaren van het in 2019 opgeheven Nieuw Ensemble. “Zij is geweldig. Ernestine kent het moderne repertoire ongelooflijk goed. Zij weet precies hoe je de meest complexe ritmes moet aanpakken en hoe extended techniques het best werken. Ik speelde bijvoorbeeld het solostuk Okanagon van Giacinto Scelsi, waarin je de snaren met een stemsleutel moet bespelen. Zij heeft het meerdere keren uitgevoerd en weet feilloos hoe je dat optimaal kunt laten klinken. Bovendien heeft zij met tientallen componisten samengewerkt, ook met de grootste namen uit de nieuwe muziek. Door de persoonlijke anekdotes over die componisten, wordt je band met hun muziek intiemer dan wanneer je alleen maar over ze leest. Om mijn vingers in conditie te houden heb ik bij haar ook het traditionele harprepertoire gestudeerd. Ook daarin is zij ijzersterk. Een van haar docenten was Pierre Jamet, die als 17-jarige harpist nog met Debussy had gewerkt aan diens Sonate voor fluit, altviool en harp. Ik was blij dat ik een groot deel van mijn tijd kon steken in nieuwe muziek. Dat voelde voor mij echt als een frisse wind.”
“Ernestine heeft een groot hart en is een mentor voor haar studenten. Ik had zo’n sterke persoonlijkheid nodig voor mijn ontwikkeling. Zij steunde mij ook bij het oprichten van mijn eigen ensemble Harp Sirens voor zes harpen, waarmee we nieuwe muziek spelen en compostieopdrachten geven. Ernestine speelt regelmatig mee in het ensemble en is voor ons een geweldige coach. Ons ensemble werd uitgekozen voor een project in de klas van Martijn Padding, die zijn studenten stukken voor ons liet schrijven. We hebben onlangs nog met het ensemble opgetreden tijdens het World Harp Congress in Cardiff.”
Tussen architectuur en muziek
Michela Amici bespeelt niet alleen de moderne pedaalharp, maar verschijnt op het podium ook met haar renaissance- en barokharp, waarop zij oude muziek combineert met recent werk. Het blijkt in het verlengde te liggen van haar werk als architect. “Voor mijn afstudeerproject aan de Universiteit van Bologna onderzocht ik hoe je oude monumenten met nieuwe elementen een andere functie kunt geven. Dat is een fascinerend spanningsveld. Je wilt tegenover een monument een integere houding aannemen, maar ook de vrijheid nemen om er iets nieuws aan toe te voegen, waaruit een heel eigen stijl mag spreken. In Den Haag heb ik gewerkt aan een schetsontwerp voor een nieuwe functie van de voormalige Amerikaanse ambassade. Het is een recent monument, maar vergeleken met Italië zijn voor mij alle monumenten in Nederland gloednieuw!”
“In het afstudeerproject voor mijn master aan het Koninklijk Conservatorium heb ik een link gelegd tussen architectuur en muziek. Daarvoor heb ik samengewerkt met vijf compositiestudenten. Hoe kun je de ruimte gebruiken in je compositie. Als inspiratiebron koos ik de bundel Onzichtbare steden van Italo Calvino: een serie gedichten met droomverhalen. Iedere componist kreeg een gedicht over een van de steden uit de bundel. Elke componist gaf er een persoonlijke invulling aan. Zij gebruikten de ruimte akoestisch maar ook theatraal. Het gaf een extra laag aan de muziek.”
“Mede dankzij mijn afstudeerproject werd ik artist in residence bij Dag in de Branding. Ik kreeg van het festival de steun om eigen projecten te ontwikkelen binnen een leertraject. Een geweldige kans. Daar kon ik de wisselwerking tussen muziek en architectuur nog verder onderzoeken, samen met de choreograaf Peter Leung.”
Zij werkten aan A Freedom’s Lament, geïnspireerd door Monteverdi’s Lamento di Ariana. Het doel was om gestalte te geven aan een eigentijds ‘lamento’ (klaagzang): wat zou Ariana ons vandaag de dag kunnen vertellen. “Het was een pittig maar ook super gaaf project. Ik moest alle betrokkenen samenbrengen, ook de mezzosopraan Georgia Burashko, met wie ik een vast duo vorm, de componiste Amarante Nat en de schrijfster Julia-Beth Harris, die de tekst leverde. Samenwerken is inspirerend, maar je moet ook grenzen stellen. Wij zullen als musici veel vaker gaan samenwerken in dit soort multidisciplinaire projecten, die het muziekleven echt nodig heeft. Gelukkig overtuigt het stuk van Amarante ook zonder de enscenering. Daarom heb ik op het mijn cd met Georgia gezet.”
Een vruchtbare wisselwerking in ellenlange mails
Michele Amici spoort componisten ook aan om voor haar oudere harpen te schrijven. Karmit Fadael en Amarante Nat schreven voor barokharp. Aspasia Nasopoulou werkt aan een stuk voor renaissanceharp, dat in januari 2023 in De Link in Tilburg in première gaat. Ook op oude instrumenten zijn de klankmogelijkheden nog niet uitgeput. “Leslee Smucker schreef een stuk voor renaissanceharp waarin hij uitgebreid heeft geëxperimenteerd met microtonen. Hij ontdekte weer een nieuwe kant in het instrument. Zowel voor mij als voor het publiek was dat uitermate boeiend.”
Boris Bezemer schreef voor Michela’s pedaalharp. “Ik heb vruchtbaar met hem samengewerkt. Hij wist wat hij wilde van de harp. We hebben ellenlange mails uitgewisseld. Ik gaf hem tips over hoe de pedalen werken en welke handhoudingen wel en niet haalbaar zijn. Hij pakte het vlekkeloos op en kwam ook met eigen ideeën. Hij ging echt als een harpist denken. Dat was een inspirerende wisselwerking. Zijn stuk ligt heel goed voor de harp. Ik speel het graag!”
Zingend en schreeuwend uit je comfortzone
Bezemer schreef een stuk op maat. Julian Maple Oliveira haalt in Sexteto dos beija flores voor Harp Sirens de musici juist ver uit hun comfortzone. “Hij heeft een onstuitbare energie en loopt over van wilde ideeën. Hij wilde een soloconcert schrijven voor basblokfluit, zes harpen en elektronica. We schrokken ervan, maar hebben hem toch groen licht gegeven. Het is een super intens stuk geworden. We moeten allerlei geluiden maken met stokjes op onze snaren. En hij vraagt ons te schreeuwen en te zingen tijdens het spelen. Voor de jonge studenten die meespeelden was dat een grote stap. Ze moesten door hun docenten over de streep worden gehaald. Het stuk heeft de identiteit en de naam van ons ensemble bepaald. De sirenes probeerden met hun gezang Odysseus en zijn mannen op zee te verleiden.”
Kriebelt het door de samenwerkingen met componisten om zelf te gaan componeren? “Ik vind het heel leuk om te improviseren. Zeker in oude muziek, waar alleen de basis van een stuk is genoteerd en je je eigen versieringen moet toevoegen. Ook daar zie ik weer een raakvlak met architectuur. De geschreven muziek is het fundament en dat verrijk je met ornamenten. Maar ik voel geen motivatie om zelf te componeren, ik hou ontzettend veel van harpspelen. Het is voor mij juist inspirerend om met allerlei verschillende componisten te werken die me kunnen verrassen met hun eigen aanpak en inzichten. Dat maakt mijn werk als musicus heel rijk.”