3033479 2
foto: Pieter Kers

Interview met Bert Palinckx

Zekerheid bieden: fair practice volgens November Music

door Stella Vrijmoed

Een eerlijke muziekpraktijk, wat houdt dat eigenlijk in? Dat gaat om meer dan geld, zegt Bert Palinckx. Hij is artistiek directeur van November Music, het Bossche festival dat de Nieuw Geneco Fair Practice Award 2023 won. “Het gaat om componisten de vrijheid geven om te maken wat ze willen”, aldus Palinckx.

In het contract dat een componist met November Music afsluit, staan eigenlijk alleen basisafspraken, zegt Palinckx. Een bedrag, een lengte, de bezetting en wanneer het af moet zijn, meer niet. Dat gaat volgens hem eigenlijk altijd goed. Een vroege repetitie plannen, zo'n twee maanden voor de première, zorgt ervoor dat de componist ruim op tijd al een versie af heeft en de musici al schetsen hebben gezien.

“En daar houdt onze betrokkenheid eigenlijk op”, aldus Palinckx. “We zijn nooit bezig met de noten zelf. Ons festival is gebaseerd op vertrouwen.” Wel gaat hij uitgebreid in gesprek met componisten aan het begin van het maakproces. “Stel je voor dat iemand zegt: ik wil een stuk voor 8 fagotten maken. Dan vraag ik: waarom? En voor wie? Daar steken we veel tijd in. Soms komt er uiteindelijk iets heel anders uit.”

Bulkcompositie


Die aanpak is volgens Palinckx alleen maar mogelijk dankzij het Fonds Podiumkunsten, dat sinds 8 jaar een pot geld verstrekt aan November Music voor een periode van twee jaar. Op deze manier kan het festival zelf bepalen wie met een compositie aan de slag kan. Palinckx: “Wij zijn voor deze regeling een van de grote pleitbezorgers geweest. Vroeger moesten we individuele aanvragen doen bij het fonds. Daarvan werd een derde afgewezen. Dat was heel vervelend, want dan hadden we al een afspraak met een componist en hoorden we later dat het geld er niet kwam.”

November Music kon dan zelf wel een deel van de compositie betalen, maar niet het hele bedrag. Palinckx: “Dat was dus eigenlijk geen fair practice. Componisten wilden het vaak dan alsnog wel doen, maar ik vond dat op een gegeven moment niet meer werken. Na een hoop discussie met het fonds is toen die 'bulkcompositie’-regeling gekomen. Dat was nodig voor ons als festival, want je wil altijd over meerdere jaren werken. Een componist heeft ook 1 of 2 jaar nodig om na te denken en noten op papier te zetten. Die zekerheid kunnen we nu bieden.”

Voor Palinckx was het leukste aan het winnen van de Fair Practice Award dan ook dat de nominatie kwam van Aart Strootman, de componist die dit jaar de grote, inmiddels bekende compositieopdracht van het festival kreeg: het Bosch-requiem. “Dat zijn namelijk de mensen voor wie we het doen. De voordracht door Aart alleen al was een prijs.”

Aart Strootman Wint Matthijs Vermeulenprijs S1920x1080
Aart Strootman

Duurzaamheid

Palinckx werkt al zo'n tien jaar met Strootman. “Wij bouwen met componisten vaak een lange relatie op. Dat is ook een redenen waarom we die prijs wonnen. Met Mayke Nas, componist hier uit de regio, werken we bijvoorbeeld al twintig jaar”, zegt Palinckx.

Een duurzame band met componisten: dat creëert dus ook een eerlijke muziekpraktijk. Maar tevens is het van belang hoe lang een werk meegaat. Palinckx: “Een voorwaarde van het fonds is dat er altijd een tweede speelplek is. We werken daarom veel samen met het Muziekgebouw aan ’t IJ of de Gaudeamus Muziekweek, die dezelfde regeling van het Fonds Podiumkunsten ontvangt. We geven de compositieopdracht dan ook samen. Zo wordt het stuk in ieder geval vaker dan één keer uitgevoerd.”

Toch vergoeden fondsen maar een deel van de kosten. “Maar het gaat om het totaalplaatje”, zegt Palinckx. “Alleen de componist geld geven heeft eigenlijk geen zin.” En alleen dat kan al een boel kosten. Volgens de honorariatabel die is opgesteld door de beroepsgroep zelf en die November Music hanteert, moet een componist voor een strijkkwartet van een kwartier 10.400 euro betaald krijgen. Tel daar dan kosten voor promotie, bladmuziek, uitvoeringsrechten, uitvoerende musici bij op en het wordt een behoorlijk bedrag.

Markt voor nieuwe muziek

“Daar schrikken potentiële opdrachtgevers nog wel eens van", zegt Palinckx. “Nieuwe muziek heeft geen commerciële markt, de entreegelden dekken de kosten niet. Concerten als dit zijn daarom afhankelijk van subsidies. Maar van de BIS-gelden gaat tachtig procent naar klassieke muziek. Dat is raar, want we leven nu, niet in het verleden. Laatst werd een stuk van Calliope Tsoupaki gespeeld in combinatie met Sibelius. Twee recensenten vonden het nieuwe stuk veel interessanter, leuker en boeiender. Met alle respect voor die oude componisten, maar het gaat om balans.”

Palinckx stopt na volgend jaar bij November Music. “Maar ik ga me daarna persoonlijk inzetten voor een betere verdeling van de subsidiegelden. Misschien via de Raad van Cultuur, lobbyen, de politiek beïnvloeden... Er is onterecht zoveel angst voor nieuwe muziek. Als meer mensen het leuk vinden, worden de entree-inkomsten weer hoger en kunnen we nóg beter betalen.”