Online vanuit Nijmegen en Veere
Peter-Jan Wagemans – Drie vlinderdansen – Amsterdam Sinfonietta
Arnhem krijgt een nieuw muziekfestival: de Piano Biënnale. De pianiste Tamara Stevanovich en Amsterdam Sinfonietta de Drie Vlinderdansen bekent Peter-Jan Wagemans zijn fascinatie voor de kleuren en beweeglijkheid van vlinders, van de grote, zwevende Atlasvlinder tot een wilde wolk fladderende witjes.
Programma
Amsterdam Sinfonietta
Daniel Bard leiding en viool
Tamara Stefanovich piano
Busoni Pianoconcert, K. 80
Wagemans Drie Vlinderdansen voor piano en strijkorkest
Beethoven Cavatina en Grosse Fuge (opus 133) uit strijkkwartet nr. 13
Achtergrondinformatie over Vlinderdansen
Peter-Jan Wagemans heeft altijd veel nadruk gelegd op het verhalende element in de muziek en is, ondanks het feit dat hij tot wasdom kwam in de naoorlogse periode van het modernisme, altijd, wars van de gangbare stromingen, op zoek geweest naar een eigen stijl.
Hij zocht naar wegen om de tonaliteit een nieuwe betekenis, een nieuwe inhoud te geven.
Ook de Drie Vlinderdansen voor orkest – met een belangrijke partij voor de piano – passen in deze lijn. De componist keerde met dit werk, na het componeren van zijn opera’s, terug naar het ‘abstracte handwerk’, zoals hij het zelf noemt. Zoals in eerdere werken als The Song of the Peacock Butterfly (1999) en vooral de Drie Vlinderstukken voor cello en piano uit 2001 belijdt Wagemans met zijn Drie Vlinderdansen wederom zijn fascinatie voor de kleuren en de beweeglijkheid van vlinders. In het eerste deel staat de suggestie van de zwevende Atlasvlinder centraal, doordat Wagemans een ingenieus interferentiepatroon creëert tussen de
pianist live op het podium en vooraf opgenomen pianospel dat net iets hoger gestemd klinkt. “Het is net of de piano zichzelf achterna loopt”, zegt hij over dit deel. “Dat geeft een mooie achtergrond bij de strijkers die een langzame melodie spelen. De Atlasvlinder is een heel grote vlinder die in de korte tijd dat hij leeft alleen maar moet zien te paren. De vlinder is zo groot dat hij niet fladdert, maar werkelijk zweeft.” Het tweede deel is heel intiem en lyrisch, als was het een langzaam deel van een pianoconcert. Het derde deel is daarentegen weer “niets anders dan snel gefladder”, aldus Wagemans. “Het is als een groep vlinders waarbinnen elk dier zo snel fladdert dat het een grote wolk van geluid wordt. Dat bewerkstellig ik door een melodische lijn steeds met minieme verschillen te verveelvoudigen.” Waarmee Wagemans zich ook laat kennen als een bijzonder inventief orkestrator.
Neem De dans van de Atlasvlinder: van dromerige soft focus is de pendelbeweging tussen piano en een fractie hoger gestemde piano-opname, waar de strijkers in toenemende opwinding doorheen schieten. Het – hoorbaar lastige – laatste deel is een wilde wolk vol witjes.
Van zijn uitgever Deuss Music