Requiem in memoriam Johan de Witt is geschreven ter herdenking van het rampjaar 1672 (de Nederlandse republiek werd gelijktijdig aangevallen door Frankrijk, Engeland en Duitsland) en de daaruit volgende moord op raadpensionaris Johan de Witt en zijn broer Cornelis. 

In deze compositie voor koor, sopraan solo, piano, orgel en slagwerk worden delen uit de katholieke requiemmis gecombineerd met fragmenten uit een Latijnse ode aan Johan de Witt (deel II en VII) van de Nederlandse dichter Jan van Broekhuizen (1649-1707).

In deel II klinkt ook de uitroep ‘Ultimi Barbarorum’, waarmee de filosoof Spinoza het woedende volk ten tijde van de moordpartij op de gebroeders De Witt in 1672 in Den Haag tot bedaren wilde brengen.

Als enige niet-Latijnse tekst hoort men tevens in deel II de gevleugelde Nederlandse uitdrukking ‘redeloos (het volk), radeloos (de regering), reddeloos’ (het land).

De sacrale requiemteksten zijn veelal in een toegankelijke stijl gecomponeerd, terwijl de profane tekstfragmenten een meer dissonerend en robuust karakter hebben.

Uitvoerenden: koor The Carol Company, Cait Frizzell sopraan, Sepp Grotenhuis piano, Andrew Wright orgel, Konstantyn Napolov slagwerk. Algehele leiding: Stef Collignon