2023 01 05 Podcasttegel De Componistenkamer

Podcast

De Componistenkamer

VPRO Vrije Geluiden

Melchior Huurdeman onderzoekt in de NPO Klassiek-podcastserie De componistenkamer hoe de componist anno nu zijn werk doet. Hoe ligt de componistenkamer er tegenwoordig bij? En wat speelt zich daar allemaal af? Hoe inspirerend moet en mag de ruimte zijn? Moet het potlood altijd op dezelfde plaats liggen? En waarom haalt de ene componist zoveel inspiratie uit een bak met stenen en verheerlijkt de ander het uitzicht? Die laatste mijmert wat en zet zo het creatieve proces in gang.

Matthijs Kieboom

Deze aflevering van de podcastserie De componistenkamer vindt plaats in Arnhem in de werkruimte van Matthijs Kieboom. Hij kan zichzelf een succesvol filmcomponist noemen. Hij componeerde onder andere muziek voor de series Dummie de Mummie, Piraten van Hiernaast en Van der Valk en voor de films Wolf, Bloody Marie en Missing.
Melchior Huurdeman praat met hem over zijn liefde voor Jerry Goldsmith, ‘little friend’ Bob Ross en de wolf. De film ‘Wolf’ gaat over het dier dat sinds enkele jaren zijn comeback heeft gemaakt in Nederland. “Bij een natuurfilm is er minder noodzaak om na te denken over de rol van de muziek. Het leuke is dat je muzikaal meer een vertellende rol hebt, omdat er geen dialoog is, aldus Matthijs Kieboom.

Rozalie Hirs

Voor deze aflevering van de podcastserie De componistenkamer bezocht Melchior Huurdeman de ordentelijke werkruimte van Rozalie Hirs met uitzicht op het IJ.
In het gesprek leest ze voor uit haar dagboeken, met anekdotes over haar leraar Louis Andriessen, verklaart ze haar liefde voor het fenomeen frequentieberekening en draagt ze op muzikale wijze een gedicht voor. Rozalie Hirs, geboren in de jaren zestig in Gouda. Van jongs af aan ontpopt zich de liefde voor taal, muziek, wetenschap en technologie en ontwikkelt zich gaandeweg een geheel eigen muzikale stem. In de jaren negentig studeert ze hoofdvak compositie aan ‘t Koninklijk Conservatorium in Den Haag, eerst bij Diderik Wagenaar en dan bij Louis Andriessen. In die tijd presenteert ze ook steeds vaker haar gedichten aan de buitenwereld. In 1999 vertrekt ze met een Fulbright-beurs naar New York om aan Columbia University te studeren bij de Franse componist Tristan Murail. In 2007 promoveert ze aldaar met een proefschrift over hedendaagse spectrale compositietechnieken. Haar composities worden uitgevoerd door gerenommeerde ensembles en orkesten, waaronder ASKO|Schönberg, Klangforum Wien, Musikfabrik en het Radio Filharmonisch Orkest. Sinds 2003 kan ze leven van haar werk. Bij Uitgeverij Querido verschijnt tot nu toe een zevental dichtbundels, van Locus (1998) tot recentelijk oneindige zin (2021). Nu in 2022 is Rozalie Hirs vele prijzen en onderscheidingen verder, en behoudt ze die onstilbare honger naar schoonheid.

Rokus de Groot

Voor deze aflevering van de serie De componistenkamer ging Melchior Huurdeman op bezoek bij Rokus de Groot. Hij werd in 1947 in het Gelderse Aalst geboren in een streng gelovig gezin. Zingen in de huiskamer en orgelspelen waren zijn eerste stappen in de muziek.

Een gesprek over zijn reizen naar India, over een dierbaar boekje uit zijn jeugd en over de stem van zijn moeder. 
 
Het blijft hoe dan ook en iedere keer weer een bijzonder gevoel om iemands privédomein binnen te stappen. Zeker bij iemand wiens naam en muziek je al heel lang kent. De nog steeds zeer actieve Rokus de Groot, inmiddels 75 jaar, woont en werkt in Amsterdam-West. In de huiskamer staat een fraaie bruine Pleyel vleugel met in zijn ronding een klavecimbel gedrukt. Schilderijen en beelden verraden zijn liefde voor India. De werkkamer ligt een verdieping lager…
 
Op 11- jarige leeftijd kreeg Rokus zijn eerste orgellessen in de Grote Kerk van Dordrecht en studeerde hij van 1958 tot 1968 bij organist Willem Vogel. Maar professioneel organist worden wilde hij uiteindelijk niet. Hij ging muziekwetenschappen studeren aan de Universiteit van Amsterdam en studeerde cum laude af. In 1991 promoveerde hij aan de Universiteit van Utrecht. Er volgde een leven van college’s geven, artikelen schrijven, symposia bezoeken en conferentie organiseren…wereldwijd. Vanaf 2000 werd hij hoogleraar muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam (hoofdvak: Muziek van de 20ste en 21ste eeuw). Naast alle bedrijvigheid componeerde hij en dat tot op de dag van vandaag.

Roderik de Man

In deze aflevering van de podcast serie De componistenkamer is Melchior Huurdeman te gast in het hele huis van componist Roderik de Man in Amsterdam. 

Het begint allemaal op de begane grond in de studio van wijlen Annelie de Man. Zij overleed in 2010. Alles is nog hetzelfde in de ruimte, er is in al die jaren niets verschoven. Roderik de Man schrijft over haar: Wij zijn meer dan 50 jaar gelukkig samen geweest, 43 jaar ervan getrouwd en ons huwelijk was ook in artistiek opzicht zeer inspirerend. Ik schreef een aantal stukken voor haar, met en zonder elektronica en ze voerde ze op briljante wijze uit over de gehele wereld. Annelie begreep waar componeren over gaat en vele componisten vonden werken met haar aan een nieuw werk zeer inspirerend.

De kamer van Roderik ligt 3 verdiepingen hoger. Roderik de Man (Bandung Indonesië 1941) begon als slagwerker. Hij studeerde het vak aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en volgde daarnaast compositielessen bij Kees van Baaren en werkte onder leiding van Dick Raaijmakers in de beruchte elektronische studio. Later zou hij zelf compositie en theorie doceren aan dit instituut. Van 1972 tot 2007.

Jan-Peter de Graaff

In deze aflevering van de podcastserie De componistenkamer neemt Melchior Huurdeman samen met componist Jan-Peter de Graaff de Intercity richting Eindhoven. De 30-jarige De Graaff is met recht een veelgevraagd componist en vooral de grote orkesten weten hem te vinden.

Jan-Peter componeert dus in de trein, 1e klas dat wel. Hij is in het bezit van een Dal Vrij Abonnement en weet op de dag zelf nog niet welke trein hij gaat pakken. In deze aflevering dus even niet de rust van een werkkamer, geen dierbare foto’s, pennen, schilderijen of boeken, maar alleen het uitzicht vanuit een treincoupe. Uit het raam tuurt hij het liefst naar weilanden met een dikke laag mist overdekt, naar koeien en herten in de verte, naar de ondergaande zon en… naar dichtbegroeide bossen in de maand april.

Daan Manneke

In deze aflevering praat Melchior Huurdeman met de eminente componist Daan Manneke, over de Zeeuwse kleigrond, de vreugde van het zingen, het archipel concept en de muzikaliteit van een duif. 

De werkkamer van Daan Manneke is sinds de betrekking in 1971 niet heel erg veel veranderd. Vanuit zijn raam kijkt hij uit op een statige straat in Breda. Als hij een van de ramen op zondagmorgen opent kan hij de kerkklokken nog beter horen en wordt het weer een aparte dag. 

Daan Manneke werd 83 jaar geleden geboren in Kruiningen, hij is een Zeeuw. Van huis uit leerde hij dat zingen de meest basale manier is van muziek maken. Door de jaren veroverde Manneke een prominente plaats in het muziekleven, als musicus, pedagoog en componist. Hij kreeg een berg culturele onderscheidingen op zijn borst gespeld, voor zijn spirituele zoektocht naar het volmaakte.

Willem Jeths

Vanaf het Leidseplein loop je via een aantal straatjes naar het huis van componist Willem Jeths. Hij woont boven een pizzeria wat niet uitzonderlijk is in deze buurt. De houten trap is oud en heeft versleten donkerbruine treden. De kamer op de eerste verdieping is een beetje Jugendstil-achtig ingericht. Zie je wel, muziek zegt heel veel over de maker.

Willem Jeths werd geboren in Amersfoort in 1959. Hij studeerde in Utrecht compositie bij Hans Kox en Tristan Keuris. De prijzen kwamen al rap. Hij viel op met zijn ongehoorde klanken, kleuren en speeltechnieken. Hij verstond het ambacht van orkestreren als geen ander. Willem Jeths werd een toonaangevend componist. In 1993 brak hij door met het vioolconcert ’Glenz’, gecomponeerd voor Amsterdam Sinfonietta en solist Peter Brunt. ‘Glenz’ werd bekroond en internationaal zo goed ontvangen dat het beroemde Kronos Quartet direct een strijkkwartet bestelde.

Vooral het licht is van levensbelang in zijn werkkamer. Op dit moment schrijft hij zijn tweede celloconcert…aan de piano. In de kamer van Jeths staat geen enkele computer. “Ik ben altijd op zoek naar een randje, een soort kleur die je eigenlijk nooit via zo’n programma kunt oproepen. En dan hoor ik het liever van binnen.”

We spreken over het licht en de dood, over Nederland en Italië, over de opera Ritratto en zijn meesterlijke Requiem.

Piet-Jan van Rossum

Piet-Jan van Rossum kleurt zwaar over de randjes. Het huis van componist Piet-Jan van Rossum ligt aan de dijk in Fijnaart, een dorp in de gemeente Moerdijk. Er staan kasten vol platen met ranzige muziek, want daar houdt ie van. Hij heeft honderden films op dvd, van het intelligentere soort en verder schilderijen, beelden, poezen, meters stripboeken, een oude piano en een vleugel. Hij heeft naast muziek en lezen een fascinatie voor film. Hij groeide op in het Westland en ging in 1985 compositie studeren in Den Haag oa. bij Louis Andriessen, Jan Boerman, Peter-Jan Wagemans en orgel bij Rienk Jiskoot.

Zijn bouwjaar is 1966, maar hij voelt zich oud. Van Rossum richt zich bovenal op het componeren. In zijn eigen woorden: “Ik ben lid van een oeroude stam wilde en schuwe vertellers, spelend met tijd en vorm, met vensters naar tuinen waar de tijd trager verloopt.” Piet-Jan van Rossum, de plattelandscomponist: “ergens in de verte is dat wat ik wil aanpakken: de decadentie van de Westerse samenleving, de arrogantie om mens en natuur te scheiden en onszelf tot koning te kronen en met mijn bescheiden muziek, die zich niet opdringt en niet wil sturen het luik openkrijgen dat bij ons allen zit dicht gesoldeerd. Zodat we onszelf en onze taak weer in proportie zien. Klein, bescheiden, geliefd en belangrijk.”

Mathilde Wantenaar

Mathilde Wantenaar kijkt uit over Amsterdam, de stad waar ze 28 jaar geleden werd geboren. Hier studeerde ze ook aan het conservatorium, bij de componisten Willem Jeths en Wim Henderickx. De weg naar haar nieuwste orkestwerk ‘Meander’ voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest ging niet over rozen. Ze vertelt openhartig over de worstelingen tijdens Corona die veel musici en componisten zullen herkennen. Samen met haar vriend leeft ze in 1 ruimte. In hetzelfde zolderappartement componeert ze ook. Er staat een piano, een cello, een gitaar, een computer en een breimachine.

De muziek van Mathilde Wantenaar wordt omschreven als lyrisch, betoverend en eclectisch en toch authentiek. De combinatie van haar vakmanschap en openheid voor een breed scala aan genres maken Wantenaar tot een veelzijdig componist.

Ze schreef inmiddels stukken voor het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Groot Omroepkoor, het Nederlands Blazers Ensemble en het Amsterdam Sinfonietta. Een maand geleden ging haar compositie ‘Meander’ in premiere tijdens de Matinee. Het was een opdrachtwerk van het Rotterdams Philharmonisch Orkest.

Giel Vleggaar

De vrachtwagen-secunde van Giel Vleggaar. Alles is oud in de kleine gele werkkamer van componist Giel Vleggaar (1975). Zijn meest dierbare object in de ruimte is zijn harde schijf. Giel werkt op dit moment samen met een architect aan een heuse studio en die grenst weer aan een nieuw te betrekken woning buiten Amsterdam. Maar zover is het nog niet.
Hij was een gevierd componist en schreef voor grote orkesten en gerenommeerde ensembles. Zijn pianoconcert voor pianist Ralph van Raat is een klassieker. Tien jaar geleden gooide Vleggaar het roer om. Met een partituur maken was hij maanden zoet. “Een traag en stroperig proces waar je voornamelijk alleen mee worstelt. En dat was ik op een gegeven moment gewoon zat. Het was ook een beetje een baan geworden. Als je over drie maanden al weet wat je moet gaan schrijven is het allemaal niet zo spannend meer.”
Hij ging zwemlessen geven en dompelde zich onder in de popmuziek. “This is the real thing.”

Huba de Graaff

In haar werkkamer spreekt componist Huba de Graaff openhartig over de dingen die haar bezighouden en over dingen waarvan ze afscheid moest nemen. Ze zingt een klein stukje van haar nieuwste werk tussen roterende luidsprekers in een verlaten ruimte.

Componist Huba de Graaff werd in 1959 geboren in Amsterdam. Ze woont nog steeds in deze stad die haar zo dierbaar is, niet ver van de Dappermarkt. Inmiddels werkt ze al 30 jaar als zelfstandig ondernemer en ontwikkelde ze door de jaren heen zelfgemaakte instrumenten, zoals een metalen jurk, maar ook haar eigen software waarmee ze allerlei soorten elektronica kon besturen. Ze neemt een bijzondere plaats in in het landschap van de hedendaagse muziek. Ze produceerde de afgelopen 25 jaar een reeks unieke muziek-theaterwerken waaronder ‘Lautsprecher Arnolt’, ‘Apera’ en haar ‘Pornopera’.

Ze studeerde viool, sonologie en compositie bij o.a. Gilius van Bergeyk, Louis Andriessen, Dick Raaijmakers en Fredric Rzewski. Tijdens haar studie speelde ze in de bands The Tapes en Transistor met toetsenist Rober-Jan Stips.

Bob Zimmerman

Componist en arrangeur Bob Zimmerman opent de deur van zijn werkkamer. Hier staat zijn dierbare vleugel, een oude dame die het nodige heeft meegemaakt. Een piepklein borstbeeldje van Ludwig van Beethoven staat niet ver van de lessenaar, want zijn liefde voor Beethoven is sinds zijn jeugd onverminderd groot. In al zijn werk zit wel ergens een hint naar Beethoven. Het is niet te doen om hier een lijst te noteren met alle werken en arrangementen die de 72-jarige Bob Zimmerman tot nu toe in zijn leven heeft geschreven. Om toch een idee te geven: filmmuziek schreef hij onder andere bij de films ‘Tirza’, ‘De Avonden’, ‘Süskind’ en ‘Holland - Natuur in de Delta’ met een hoofdrol voor de familie Bever. De gezellige bedrijvigheid buiten zegt hem niet zoveel. De lamellen van de werkkamer zijn gesloten. Loop je door het huis naar de achterkamer, dan staan de balkondeuren bij mooi weer open en kijk je uit op een fraaie tuin. In deze kamer kan hij rustig een boek lezen of gaan zitten mijmeren. “Ik hoop in dit huis ooit de pijp aan Maarten te geven als het zover is. Ik wil hier zelfstandig oud worden.”

Aart Strootman

Zakken vol Europees esdoornhout, een zaagmachine, een 8-snarige gitaar, effectpedalen van Russische makelij en een vibrafoon die nodig af moet. Aart Strootman is uitvoerder, componist en instrumentenbouwer.
In aflevering 6 van De componistenkamer gaat Melchior Huurdeman langs bij Aart Strootman die zijn werkplaats heeft in een verzamelplaats voor creatieven.

Anthony Fiumara

In aflevering 5 van de podcastserie De componistenkamer gaat Melchior Huurdeman langs bij Anthony Fiumara. Het middelpunt van zijn werkkamer is toch wel zijn kleurrijke Buchla synthesizer. “Als je eenmaal aan dat ding begint te draaien raak je in een soort lsd-trip.” Vanaf 2004 durft Anthony Fiumara zich pas een echte componist te noemen. Hij schreef al langer maar maakte nooit iets af. Keer op keer strandde hij. Dat frustreerde en hij besloot privélessen te nemen. Sinds die tijd schrijft hij voor gerenommeerde gezelschappen en hij werd in 2019 benoemd tot stadscomponist van zijn geboorteplaats Tilburg.

Celia Swart

Melchior Huurdeman bezoekt componist Celia Swart. Ze woont op een steenworp afstand van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Dit jaar studeert zij af. Ze leeft, werkt en slaapt in één kamer. Samen met een verzameling planten, haar elektrische piano, een laptop en haar saxofoon. Als ze componeert schuift ze de eettafel naast de piano en creëert zo haar ideale werkhoek. Celia Swart laat een fragment horen van haar nieuwste compositie voor het Koninklijk Concertgebouw Orkest en verhaalt over hoge gebouwen en een groot septiem. Hoe romantisch is het om naast je piano te slapen?

Peter-Jan Wagemans

In de podcastserie De componistenkamer bezoekt Melchior Huurdeman in aflevering 3 de componist Peter-Jan Wagemans in Dordrecht.

Er staat een prachtige Steinway in de sfeervolle werkruimte. Hij is weer begonnen met pianospelen. Soms wel drie uur per dag. Wagemans had nog een oude rekening te vereffenen.
Een componist die hem iedere dag weer verleidt is Chopin. Die keuze tussen componeren of Chopin studeren is lastig. Het is een te leuke vluchtroute. Wagemans over pakketjes uitpakken, kinderen op het schoolplein, Roos de kip en evenwicht.

Joep Franssens

Hoe ligt de componistenkamer er tegenwoordig bij? En wat speelt zich daar allemaal af? Hoe inspirerend moet en mag de ruimte zijn? Moet het potlood altijd op dezelfde plaats liggen? En waarom haalt de ene componist zoveel inspiratie uit een bak met stenen en verheerlijkt de ander het uitzicht?

Componist Joep Franssens werd geboren in 1955 in Groningen en hield van pianospelen. Muziek speelde op jonge leeftijd al een belangrijke rol. Het bood veiligheid. Bescherming tegen de boze wereld. Met muziek was alles goed. Later ging hij compositie studeren in Den Haag. Bij gebrek aan een betere term valt zijn muziek onder ‘de nieuwe spiritualiteit’. Hij streed om dat te schrijven wat hij mooi vond. Geen telramen, geen formules… “Er is niets mis mee om een lang stuk te schrijven met een mooie volle orkestklank, om muziek te schrijven waartoe veel mensen zich aangetrokken voelen”, vindt Joep. De laatste tijd houdt hij zich intensief bezig met het schrijven voor piano. En vindt in meesterpianist Ralph van Raat een pleitbezorger.

Jacob ter Veldhuis

Voor de eerste aflevering van ‘De componistenkamer’ reist Melchior Huurdeman naar Doorn. Daar woont de succesvolle componist Jacob ter Veldhuis. Hij geeft een rondleiding door zijn werkkamer en vertelt wat hem inspireert, ontroert en kwelt. En waarom kunnen slechts vier noten een componist in extase brengen?